Swami Vivekananda
(7 citaten)
Swami Vivekananda (Calcutta, 12 januari 1863 - Howrah, 4 juli 1902) wordt beschouwd als een van de belangrijkste recente vertegenwoordigers van de vedanta, de filosofie van het hindoeïsme. Hij was de voornaamste discipel van Sri Ramakrishna (Kamarpukur, 18 februari 1836 - Calcutta, 16 augustus 1886), de grote Hindu mysticus. Zijn oorspronkelijke naam was Narendranath Datta, een Bengaal die op jonge leeftijd monnik werd en de naam van Vivekananda aannam. Geïnspireerd door de spiritualiteit van de Indiase cultuur waarvan zijn goeroe, Sri Ramakrishna, voor hem de directe belichaming was, nam de swami in 1893 deel aan het World Parliament of Religions in Chicago, waar hij op velen diepe indruk maakte. Hiermee bracht Vivekananda als eerste de filosofie van de vedanta onder de aandacht van een groot, internationaal publiek.
19-11-21
Swami Vivekananda: De machten in het universum
Alle machten in het universum zijn al van ons. Wij zijn het zelf die onze handen voor onze ogen hebben gezet en huilen dat het donker is.
19-10-21
Swami Vivekananda: Een uitstekende persoon
Praat één keer per dag met jezelf anders zou je een ontmoeting met een uitstekende persoon in deze wereld kunnen missen.
17-09-21
Swami Vivekananda: Groeien van binnenuit
Je moet van binnenuit groeien.
Niemand kan je leren,
niemand kan je spiritueel maken.
Er is geen andere leraar dan je eigen ziel.
13-11-20
Swami Vivekananda: De grootste religie
De grootste religie is om trouw te zijn aan je eigen natuur. Heb vertrouwen in jezelf.
10-06-20
Swami Vivekananda: Onze Gedachten
Wij zijn wat onze gedachten ons hebben gemaakt, dus pas op wat je denkt. Woorden zijn secundair. Gedachten leven, ze reizen ver.
12-05-20
Swami Vivekananda: Gooi alle zwakte weg
Gooi alle zwakte weg.
Vertel je lichaam dat het sterk is.
Vertel je geest dat het sterk is en heb een onbegrensd vertrouwen en hoop in jezelf.
13-12-19
Swami Vivekananda: Het geloof in onszelf
Indien het geloof in onszelf uitgebreider was onderwezen en uitgeoefend, weet ik zeker dat een zeer groot deel van het kwaad en de ellende die we hebben zouden zijn verdwenen.
